De footprint van een roos: De missie van Porta Nova
donderdag 25 september 2025
De geur van verse rozen hangt zwaar in de lucht. In de kassen van Porta Nova in Waddinxveen oogt alles strak en modern, maar tegelijk ademt het vakmanschap en traditie.
Bloemen maken mensen blij. Ze brengen kleur, sfeer en emotie - thuis, op het werk, bij een jubileum of een afscheid. Maar naast die emotionele waarde groeit ook de kritische blik van de consument.
Waar men bij voeding over het algemeen al langer bewust kiest, beginnen die vragen ook bij bloemen te spelen. En daar ligt een uitdaging voor kwekers, handel én bloemisten. Want negatieve media-aandacht over CO₂ en gewasbeschermingsmiddelen drukt zwaar op het imago, terwijl er ondertussen wél grote stappen worden gezet. Denk hierbij aan energie, water, en biologische gewasbescherming - maar ook ruimtegebrek en arbeidsmigratie.
Dat het ‘zo’n vaart wel niet zal lopen’, blijkt niet helemaal waar. Enkele gemeenten in Nederland hebben al concrete stappen gezet. Zo besloot Zutphen vorig jaar om geen verse boeketten meer te geven aan echtparen die hun 50-, 60- of 70-jarig huwelijk vieren. Ook in Den Haag en Amersfoort worden bij officiële gelegenheden steeds vaker duurzame alternatieven gezocht voor het traditionele bloemetje. De reden: zorgen over de milieu-impact van snijbloemen.
‘’De CO₂-uitstoot van een gemiddeld vers boeket bedraagt zo’n 4 kilogram - vergelijkbaar met 20 kilometer autorijden. Veel bloemen worden bovendien geïmporteerd uit landen buiten Europa, waar bestrijdingsmiddelen worden gebruikt die hier verboden zijn. En na een week belanden ze vaak in de container,’’ aldus het Algemeen Dagblad.
Onderzoek van Royal Flora Holland in Nederland, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk laat zien dat consumenten steeds minder positief zijn over de inspanningen van de sector. Kritiekpunten zijn gewasbeschermingsmiddelen, CO₂-uitstoot en energie, plastic verpakkingen en in sommige landen ook arbeidsomstandigheden. Tegelijkertijd blijven prijs en kwaliteit doorslaggevend. Een bos bloemen moet er fris en aantrekkelijk uitzien en lang mee gaan. Pas daarna komt duurzaamheid om de hoek kijken.
Voor Britta van der Meer (43), werkzaam bij een middelgroot accountantskantoor en bloem- en natuurliefhebber, zijn bloemen meer dan decoratie. ‘’Bloemen maken me vrolijk. Ik koop ze vaak privé in het weekend, maar ook op mijn werk worden ze gegeven: een jubileum, een pensioen, of gewoon om iemand te verrassen. Ze fleuren de boel op - thuis én op kantoor."
Bloemen zijn voor Britta zowel een luxe als een vanzelfsprekendheid. ‘’Natuurlijk kosten bloemen geld en zijn ze niet noodzakelijk. Maar ik hou er zo van dat ik er toch regelmatig voor kies. Een boeket voelt als verwennerij, maar ook als iets dat gewoon bij mijn huis hoort.”
Over duurzaamheid denkt Britta vaak na bij voeding, soms al bij kleding. Bij bloemen minder. ‘’Eerlijk gezegd stond ik daar nooit zo bij stil. Totdat ik in de media las dat bloemen veel chemische middelen zouden bevatten en energie slurpen. Toen dacht ik: zo’n bosje wil je eigenlijk niet op tafel. Je wilt iets moois dat ook verantwoord voelt.”
Toch is de keuze in de winkel vaak praktisch. ‘’Als een duurzaam boeket er minder mooi uitziet dan een ander, kies ik alsnog voor het mooiste. Maar áls ze allebei mooi zijn, dan maakt duurzaamheid wél verschil. Dan betaal ik graag iets extra, net zoals bij biologische producten in de supermarkt.”
Daarbij willen veel consumenten ‘ontzorgd’ worden: ze verwachten dat de sector het regelt, zodat zij zonder schuldgevoel kunnen genieten van hun aankoop. Onderzoek bevestigt dat beeld. Consumenten letten steeds vaker op thema’s als CO₂-uitstoot, gewasbescherming en verpakkingen. Tegelijkertijd blijven prijs en kwaliteit doorslaggevend. Het bewustzijn groeit, maar de sector moet zorgen voor transparantie en keuze.
Hier komt een kweker als Porta Nova in beeld. Zij laten zien dat verbeteren begint bij overtuiging. Hun Red Naomi is niet alleen mooi, maar ook voorzien van een berekende én gevalideerde footprint. Dat maakt het verhaal tastbaar en betrouwbaar.
Voor bloemisten ligt er een andere rol: vraag door. Wat is de herkomst van mijn bloemen? Welke producten zijn aantoonbaar duurzamer? Door die vragen te stellen aan je handelspartner - en dat verhaal door te geven in je winkel - maak je het verschil.
Uit gesprekken met consumenten blijkt: ze kopen nog steeds met hun ogen, maar áls een duurzaam alternatief even mooi is, dan is de keuze snel gemaakt. En: men is over het algemeen best bereid iets meer te betalen, mits de kwaliteit en uitstraling gelijk zijn.
De term footprint zegt de meeste consumenten wel iets - vooral in de context van persoonlijke CO₂-uitstoot. Maar dat kwekers al de footprint van hun bloemen berekenen, is nog onbekend. Britta: ‘’Dat verbaast me. Ik vind het eigenlijk wel goed dat dat gebeurt. Het zou fijn zijn als ik als consument die informatie ook krijg, zodat ik kan vergelijken.” Een kaartje, QR-code of een verhaal van de bloemist zelf kan in dat geval doorslaggevend zijn. Daarmee geef je je klant niet alleen bloemen, maar ook vertrouwen.
De consument is onderweg, maar nog niet volledig klaar. Prijs en schoonheid blijven belangrijker dan duurzaamheid. Toch groeit de druk vanuit media, ngo’s (non-gouvernementele organisaties) en retail: de vraag naar verantwoorde bloemen zal steeds harder worden. Voor Britta blijft de emotionele waarde van bloemen vooropstaan: kleur, sfeer, blijdschap. Maar ze staat open voor meer verhaal. Ze wil weten wat ze koopt - net zoals bij eten of kleding.
De toekomst van de bloemensector ligt daarom in de combinatie van schoonheid én transparantie. Een roos die niet alleen lang mooi blijft, maar ook aantoonbaar minder impact heeft. De vraag is: hoe snel krijgt de consument dat verhaal op tafel - en wie neemt daarin de eerste stap? Kijken we naar de Plants and Flowers Foundation Holland, de kweker, de handel, of de bloemist? Of… doen we dit samen?