‘’Ik ben een bloem. Geboren op vruchtbare grond, hoog in de Andes. Elke dag heb ik de zon gevoeld, het frisse water gedronken en de zorgzame handen van mensen gevoeld die mij met aandacht hebben grootgebracht. Mijn bladeren werden gecontroleerd, mijn uitlopers zorgvuldig weggesnoeid. Alles om ervoor te zorgen dat ik sterk genoeg was om een lange reis te maken, zodat ik ergens ver weg iemands dag kon opfleuren. Toch draag ik al een stempel mee, nog vóór ik mijn bestemming bereik.
Men zegt dat mijn vlucht teveel CO₂ kost. Dat ik hoogstwaarschijnlijk bespoten ben met chemicaliën die elders verboden zijn. Dat de handen die mij plukten niet eerlijk betaald werden. Men kijkt mij argwanend aan, kritischer nog dan een bloem die dichter bij huis werd gekweekt.
En dat terwijl ik juist uit een omgeving kom waar ik in perfecte omstandigheden groeide: recht onder de zon, met frisse nachten - en bovenal omringd door zorg en liefde. Ik ben van tópkwaliteit, klaar om lang te stralen in een vaas. Gebeurt er iets onderweg, waar ik geen weet van heb? Want hoe kan het anders, dat mijn verhaal zo vaak wordt verdraaid? Waarom maakt het zoveel uit op welke grond ik stond te bloeien? Waarom ziet men niet de mensen achter mijn reis - de kwekers, de gemeenschappen, de innovaties - die mij grootbrachten?’’